Welkom bij de expositie van De Mooiste Gezichten van Zutphen !
Van de meeste portretten die hier te zien zijn vind je hieronder de verhalen erachter.
Carlijn Kingma
In de mooiste gezichten van Zutphen staat deze week een kunstenares centraal die haar roots in deze prachtige stad heeft liggen, een poosje naar het westen vertrok voor haar studie maar altijd naar Zutphen terugkwam als ze echt inspiratie nodig had voor haar werk. Sinds kort woont ze er
weer permanent en ik mag je vertellen hoe haar leven eruitziet.
Ze vertelt me dat ze is geboren in Zutphen boven een winkel aan de Heukestraat maar op eenjarige leeftijd verhuisde ze naar de Frans Halslaan. Op haar tiende is ze met haar gezin en dat van haar oom en tante verhuisd naar een boerderij in Warken. Van kleins is ze naar de vrije school gegaan en zegt daarover dat dit heel erg bepalend is geweest voor wie ze is en wat ze doet. Hoewel in tegenstelling tot haar opa en oma haar eigen ouders niet echt antroposofisch waren, waren er veel aspecten daaruit wel duidelijk aanwezig in haar jeugd. Voorbeelden daarvan zijn de jaarfeesten, er was altijd een seizoenstafel, speelgoed en de manier waarop er verteld werd. Ze vertelt me dat haar moeder alle oude getuigschriften heeft bewaard en dat daarin terug te zien is wat voor kind ze was en hoe ze op jonge leeftijd al heel erg bezig was met het maken van kleine kunstwerken. Een belangrijke jeugdherinnering is hoe ze terwijl andere kinderen op straat speelden altijd in de serre van hun huis aan het tekenen was. Het huis wat ze onlangs kocht in Zutphen heeft een soortgelijke serre met veel licht.
Ik vroeg haar of op jonge leeftijd al duidelijk was dat ze beroepsmatig iets met tekenen zou gaan doen. Ze zegt me dat ze daar eigenlijk helemaal nooit over nadacht. Ze was gewoon altijd bezig met tekenen. Na het behalen van haar VWO diploma is ze architectuur gaan studeren in Delft en woonde in Rotterdam waar ze korte tijd voor een architectenbureau werkte. Al tijdens haar studie werd de kwaliteit van haar tekeningen opgemerkt door de buitenwereld en kreeg ze een beurs waarmee ze een jaar aan de slag kon. De werken die ze toen maakte waren eigenlijk de voorlopers van de tekeningen die ze recent maakte. Het waren toen al een soort Vrijeschool-achtige tekeningen waarbij je grote verhalen heel ruimtelijk uitwerkt en informatie ordent in
tekeningen. Op die manier ging ze ook haar architectuurprojecten uitwerken. Als je het op een abstract nivo bekijkt is architectuur tekeningen in 3-d maken van complexe structuren. Dat kan een bouwstructuur zijn maar dat kan net zo goed een maatschappelijke structuur zijn.
Na haar studie bood Joep van Lieshout ( Nederlands beeldhouwer, ontwerper en vastgoedontwikkelaar ) haar een gratis woning en werkruimte aan en kon ze aan de slag. Hij nam haar werk vervolgens mee naar belangrijke plekken waar het kon worden gezien. Een andere mazzeltje dat ze had was dat het Kunstmuseum in Den Jaag haar werk oppikte en tentoonstelde. Vervolgens was er een galeriehouder die aanbood om haar werk te gaan verkopen. Op dat
moment was ze 25.
Ze vertelt dat ze in die periode heel hard heeft gewerkt om zoveel mogelijk goede werken op te leveren. En zo werd ieder project steeds een beetje groter en duurde steeds langer. Aan ieder project ligt een grondig onderzoek ten grondslag. Zo maakte ze tijdens haar studie een tekening waarvoor ze een jaar lang literatuurstudie verrichtte. Het werk toont in een ruimtelijk verhaal 42 utopieën die door een lange tijdslijn weergeven hoe architecten deze tekenen en waar zij zelf staat in die ontwikkeling. Een interessant gegeven is dat je kunt zien hoe de utopieën veranderen omdat ze altijd voortkomen uit een bepaald verlangen uit de tijd waarin ze gemaakt zijn.
Vanaf haar studietijd in 2016 woonde ze hoofdzakelijk in Rotterdam en is recent verhuisd naar Zutphen. Haar werk werd in een tentoonstelling in Dat Bolwerck gezien door de Zutphense filmmaker Ariane Greep en zij bood aan om een film te maken waarin het hele proces van het
maken van een nieuw kunstwerk van dichtbij wordt gevolgd. Wat ze erover vertelt is dat ze zich een vertaler voelt van van een groot journalistiek onderzoek naar beeld, zodat een grotere groep mensen toegang krijgt tot de complexiteit van een onderwerp als in dit geval het geldstelsel.
En daarover is de film De Wereld van Carlijn gemaakt, die de totstandkoming van ‘De waterwerk van ons geld’ laat zien. De film draait momenteel in de Nederlandse bioscopen.
Leuk detail is dat het waterwerk een metafoor is waarbij het Zutphense waterwerk bij de Ijsselkade een belangrijke inspiratiebron is en destijds mede tot stand is gekomen met betrokkenheid van haar opa en oma. Zij waren overigens samen met een groep anderen ook nauw betrokken bij de oprichting van de Morgenster, de Vrijeschool in Zutphen, de Coehoorn en de Michaelshoeve. En daarmee is het volkomen logisch dat deze kunstenaar terug is bij haar roots, hier in onze prachtige stad. Omdat het hier voor haar in alle opzichten stroomt en ook haar zoontje in de zomer met blote voetjes zal spelen in het waterwerk bij de IJssel. Dit portret gaat over niemand minder dan Carlijn Kingma !
Michael van Berkum
De man die deze week centraal staat als Mooiste Gezicht van Zutphen beoefent een beroep waar veel muziek in zit en dat bovendien eeuwenoud is. Niet veel mensen beheersen dit ambacht zoals hij dat kan en ik mag je vertellen hoe hij zo ver is gekomen.
Hij is geboren in Den Haag in 1958 in een groot katholiek gezin van negen kinderen. Omdat zijn vader al vroeg overleed, ervaarde hij zijn oudere broers en zussen als een soort ouders. Alle kinderen konden goed studeren en zodoende ging hij na de middelbare school medicijnen studeren in Groningen. Die stad vond hij heel leuk en beleefde er een fijne tijd. Tegen het einde van zijn studie begonnen de opleidingen dicht te slibben, wat nu haast ondenkbaar is. Dat
speelde in de jaren tachtig. Na zijn studie werkte hij een tijd in Utrecht als arts op de KNO afdeling van een militair ziekenhuis. Met die ervaring raakte hij geïnteresseerd om de opleiding voor KNO arts te vervolgen maar dat lukte niet. En zo kwam hij terecht in de opleiding tot huisarts. Dat
beviel hem eigenlijk niet goed.
In die tijd was hij al wel in zijn vrije tijd bezig met beeldhouwen en houtbewerking en dat smaakte naar meer. Op dat moment werkte hij als co-assistent op Groot Gaffel, de psychiatrische kliniek, maar woonde nog in Enschede. Hij ontmoette daar toen een verpleegster uit Zutphen met wie hij een relatie kreeg. Zo leerde hij Zutphen kennen en was hij gelijk geraakt. In die tijd bestond de stad uit nog meer doorkijkjes met kleine ateliers en kleinschalige winkeltjes. Dat had op hem een ongelooflijke aantrekkingskracht en bedacht zich dat hij hier wilde wonen en werken. Hij bouwde er zijn eerste instrument, een blokfluit, bij fluitenbouwer Jan Bouterse. Daarbij kwam hij in aanraking met een totaal andere wereld. Het haantjesgedrag dat er in de klinische wereld
soms heerste. bestond hier helemaal niet, mensen hielpen elkaar verder in het maken van instrumenten. Vervolgens volgde hij de allereerste cursus in Nederland tot vioolbouwer, gegeven vanuit een amateurvereniging van musici, onder leiding van Kees Roos. Op dat moment was hij 24 jaar oud. Die cursus fascineerde hem dusdanig dat hij besloot het roer om te gooien. Wat leek het hem geweldig om dat als vak uit kunnen oefenen, en dat in Zutphen !
En zo verbrandde hij op een goede dag al zijn schepen achter zich , zegde alles op en koos met overtuiging voor een toekomst als vioolbouwer. Op dat moment waren er wel een aantal opleidingen in Europa, maar belandde hij in Groot Brittannië. Daar volgde hij een driejarige opleiding. Het ministerie van WVC gaf daar subsidie voor en zijn vriendin hielp hem met de rest van de kosten. Grappig detail is dat bij het ministerie iemand zat die over de subsidies ging en die vond dat de vioolbouwer als een door God gegeven geschenk moest worden beschouwd. En zo werd de financiële tegemoetkoming makkelijk gegeven.
Omdat hij daarvoor al vaak op reis was geweest door Engeland en er grote affiniteit mee had was het voor hem geen straf om er een poos te wonen. Tegelijk was het ook een periode waarin hij het land van een andere kant leerde kennen. Het was de periode van Thatcher, waarin de tegenstellingen tussen upperclass en lowerclass soms schrijnend zichtbaar waren. Het maakte dat hij later met andere ogen naar Nederland ging kijken: ons land was niet zo uniform en gemiddeld als hij altijd had gedacht. Het sociale karakter van ons land werd daardoor ineens meer zichtbaar voor hem.
Tijdens de opleiding kreeg je in het eerste jaar nieuwbouw van instrumenten, het tweede jaar reparatie en restauratie en derde jaar hetzelfde plus voorbereiding op het eindexamen. Hij vertelt me dat drie jaar eigenlijk kort is, je leert er de basisprincipes, maar de meeste mensen doen de
werkelijke kennis pas op als je werkzaam bent bij een atelier. Zo ging hij een poos werken in een atelier in Brussel en later in Amersfoort. Daar leerde hij het vak echt. Leren werken met mooie instrumenten, respect opbrengen voor oude instrumenten, de kneepjes van het vak, hij vertelt erover met een prachtig enthousiasme. Begin jaren negentig is hij langzaam gestart met het opbouwen van zijn eigen atelier in Zutphen. Eerst was dat parttime en
uiteindelijk volledig. Al die tijd deed hij dat op de plek waar hij nog zit, aan de Waterstraat. De keerzijde van zijn prachtige ambacht is dat er ook een zekere financiële onzekerheid bestaat, doordat je je eigen baas bent. Als arts dacht hij nooit na over inkomen maar dat is met een eigen atelier wel anders. Overigens speelde dat bij zijn keus helemaal geen rol: hij was enthousiast en ging ervoor, niet stilstaand bij het probleem in hoeverre je er je hypotheek van kon betalen. Achteraf bleek dat hij op een goed moment was begonnen op een prima plek. En zo heeft hij vandaag de dag een bloeiend atelier waarin musici van binnen en buitenland hem weten te vinden om zijn kennis van violen en cello’s. Zowel voor reparatie als nieuwbouw, advies bij de aanschaf van snaren maar ook de verhuur van instrumenten. De vakman over wie ik dit mocht opschrijven is mijn buurman, maar bovenal de sympathieke vioolbouwer Michael van Berkum !
Eva Boswinkel
Voor het portret en bijhorende verhaal mag ik naar het stadhuis komen, waar ik in de hal word ontvangen. Het mooiste gezicht van Zutphen deze week is immers wethouder ! Ik ken haar al een tijdje maar om haar in de hoedanigheid van wethouder te ontmoeten is net weer even anders. Hoewel, als er iets is dat haar typeert is dat het feit dat ze laagdrempelig en informeel is in contact.
Ze is geboren in Deventer, waar ze tot haar 5e woonde om vervolgens een stukje langs de IJssel af te dalen naar Zutphen. Op haar 18e vertrok ze er met zoals ze zelf zegt een grote mond omdat ze het hier beresaai vond. Na 10 jaar kwam ze terug. 'Hier voel ik me het meest thuis op een rustige manier', vertelt ze me. Hoewel ze van jongs af aan altijd wel betrokken en strijdlustig vrouwengelijkheid’. ‘Ik zat nooit in de gemeenteraad en had geen flauw idee wat het werk van wethouder inhield’. ‘Mijn achtergrond is arbeids- en organisatiepsycholoog en ik begon ooit als trainer en adviseur voor een bureau’. 'Ik ben ook nog een tijd directeur voor een ICT bedrijf geweest dat software ontwikkelde voor het onderwijs'.
Toen het moment kwam dat er een vacature kwam bij Groen Links waarvan ik al lid was en achter de schermen dingen deed, had dat niet gelijk haar interesse. Onbekend maakt onbemind. Er waren alleen wel 30 mensen in haar omgeving die haar die vacature doorstuurde, allen vonden dit blijkbaar echt wat voor haar. Dat bleek achteraf juist. ‘Aanvankelijk werd ik tweede en had de baan dus niet’. Maar na een periode kwam er een telefoontje dat de toenmalige wethouder vertrok en informeerde men of ze nog steeds interesse had. ‘En zeker had ik dat’, vertelt ze gedreven. ‘De invloed die je hebt om het voor je eigen stad beter te kunnen maken vind ik te gek’. ‘Dáár doe ik het voor, bijdragen op een zichtbare fundamentele manier'. ‘Hetallermooiste vind ik als ik financiële zorgen heb kunnen wegnemen bij inwoners en dat ik bijvoorbeeld een kaartje krijg van een inwoner die me bedankt omdat de energietoeslag zo geholpen heeft’.
'We zijn nu ongeveer op de helft van de ambtsperiode en hebben al flink wat plannen kunnen uitvoeren’. ‘Gelukkig zijn veel inwoners daar blij mee, merk ik’. ‘Er staan ook nog plannen in desteigers en ik heb heel veel zin om die nu te realiseren'. Wat hierna komt weet ze niet goed. ‘Er zijn veel mooie manieren om bij te dragen aan een betere wereld' zegt ze als ik haar ernaar vraag. Ik vraag of ze premier zou willen zijn. Ze zegt gelijk ja, maar daar voegt ze onmiddellijk aan toe dat het alleen zou kunnen op een nieuwe manier. Een manier waarbij echt tijd is voor haar dochter, en ruimte om op dingen te kunnen reflecteren.
'Vrouwelijk leiderschap gaat erover dat we het op inhoud kunnen doen, met emotie, menselijkheid en vanuit gelijkwaardigheid’. Of dat in Den Haag nu kan vraagt ze zich af. Ze zou zich in de toekomst graag hard maken voor meer kansengelijkheid en meer en zichtbaarder vrouwelijke leiders. 'Dat mijn dochter straks in een meer representatieve democratie kan leven, in een mooie en eerlijker wereld groot kan worden.
Tot slot zegt ze dat het voor haar belangrijk is dat mensen zichzelf niet te serieus nemen en zegt ze dat ze dat bij zichzelf ook niet doet. 'Ik probeer met een kwinkslag door het leven te lopen’. ’En lach het hardst van de gang met wethouders en burgemeester in het gemeentehuis, heb bij iedere zin die iemand zegt een liedje in mijn hoofd en kan makkelijker teksten van liedjes onthouden dan namen van mensen’. Ik wil mezelf blijven relativeren en zeker voorkomen dat je je zelf belangrijk gaat vinden.' Voor vandaag mag dat voor een keertje wel want de vrouw in De Mooiste Gezichten van Zutphen is dit keer Eva Boswinkel !
Hinco Woerdman
Niks is zo leuk als elke week een nieuw boeiend iemand te mogen ontmoeten en er een portret van te maken. Zo ook deze week, waarin ik het verhaal mag opschrijven van een kok die die zijn leven rigoureus omgooide naar iets compleet anders. De dampende keukens verruilde hij voor de buitenlucht van de Zutphense wijken. Ik ga je vertellen hoe dat ontstond.
Hij vertelt me dat hij achtendertig jaar geleden is geboren in Deventer. Gedurende zijn jeugd woonde hij echter door heel Nederland, omdat zijn ouders vaak verhuisden. Zo woonde hij als kind in Groningen, Tiel en studeerde later in Utrecht. Hij woont inmiddels vier jaar in Zutphen, maar woonde eerder ook al een periode in deze stad. In Zutphen wonen zijn zussen en voorheen ook zijn moeder, die inmiddels in Hongarije woont. ‘Deventer is wel vergelijkbaar met Zutphen, alleen zijn de mensen hier aardiger. Deventer is wat rauwer dan hier’, zegt hij.
Hij leerde zijn partner kennen via een datingsite en verhuisde voor de liefde naar Arnhem. Toen ze besloten om samen een gezin te vormen sloeg het noodlot toe en verloren ze hun kindje na 31 weken zwangerschap en werd het dood geboren. Het gebeurde tijdens de eerste coronagolf en heel veel contact met de artsen was daardoor online. Achteraf gezien wat het misschien anders gegaan als de huisarts de klachten eerder serieus had genomen. De kinderkamer was al helemaal klaar toen ze moest bevallen van een inmiddels overleden baby. Daarna bleek het heel moeilijk en confronterend om op die plek te wonen, waar alles hen deed denken aan hun kindje. Toen de kans ontstond om woningruil te doen met mensen in Zutphen, grepen ze dat met beide handen aan. En zo zijn ze, inmiddels vier jaar geleden, hier beland, aan de Stokebrand. Inmiddels hebben ze een gezond kindje gekregen en wonen ze er met heel veel plezier.
Hoewel hij aanvankelijk graag acteur wilden worden begon zijn loopbaan destijds als kok in de horeca. ‘Door mijn dyslexie werd mij afgeraden om te leren acteren’ zegt hij. Toen hun dochtertje drie maanden oud was en zijn vrouw plots ernstige gezondheidsklachten kreeg, wilde hij vrij nemen om bij zijn gezin zijn. Dat kon op dat moment niet en dat was reden voor hem om per direct zijn baan op te zeggen. Hij vond het werk al een poos heel zwaar, maar dit was de aanleiding om echt te stoppen. Toen hij zijn spullen op zijn werk ging inleveren, was daar een schoonmaakbedrijf bezig en kreeg hij het aanbod om, zodra zijn thuissituatie dat toeliet, als glazenwasser te gaan werken. En zo is hij in die wereld beland, aanvankelijk in Eerbeek.
Na twee jaar besloot hij om voor zichzelf te beginnen in Zutphen. Doordat er fouten waren gemaakt rond de complicaties van de eerste zwangerschap
het doodgeboren kindje het gevolg daarvan was, kregen ze een schadevergoeding van de huisarts. Met een deel van dat geld kocht hij een bakfiets voor zijn glazenwassersbedrijf. Dat bleek een goede keuze. ‘Mensen vinden het leuk, ik val er mee op en het past echt bij Zutphen’, vertelt hij me trots. Hij is daarmee nu een jaar actief in Zutphen. Zijn grootste wens is dat er iemand bij hem in de zaak komt. Hij heeft al een tweede bakfiets klaarstaan. Diegene zou van hem het vak kunnen leren en bijvoorbeeld honderd klanten krijgen als start, wat dan verder uitgebouwd kan worden. Enthousiast vertelt hij over zijn vak en hoe leuk het is om op de mooiste plekken te komen in Zutphen. ‘Nu hou ik mijn pauze in een park of een mooie tuin. Dat is heel wat anders dan in een hete keuken je eten op een kratje bier naar binnen werken, wat vroeger mijn werkomgeving was’.
Terugkijkend kun je wel zeggen dat hij door een moeilijke gebeurtenis in zijn leven iets heeft verloren, maar er ook iets voor heeft teruggekregen. Zo vindt hij zijn werk heel fijn, geniet van zijn vrijheid en kan veel meer tijd doorbrengen met zijn gezin. Hij gelooft er wel in dat niets voor niets is en dingen soms op een bijzondere manier met elkaar samenhangen. Zo leerde hij zijn vrouw kennen op de verjaardag van zijn overleden zus en schreef hij bij de Kamer van Koophandel zijn bedrijf in op dezelfde dag dat een aantal jaren eerder hun eerste kindje dood werd geboren. Dit is het verhaal van een bijzondere, sympathieke man door wie vele Zutphenezen een helder zicht naar buiten hebben. Een man die bekend staat als Hinco op de fiets, de enige echte Hinco Woerdman !
Mariëtte Hehakaya
Voor de Mooiste Gezichten van Zutphen ben ik vandaag te gast bij een dame met een indrukwekkend muzikaal talent. In een prachtig appartement ontvangt ze me met koffie en bonbons. Ik kijk er om me heen en bewonder de kleurrijke kunst aan de muur. Er staan er twee vleugels, een gamelan en een piano. Het gesprek gaat al snel over muziek. Kort daarna onderbreekt ze het gesprek dat we hebben om iets te laten horen, waarbij duidelijk wordt wat een virtuoze pianiste ze eigenlijk is. Ik mag je vertellen hoe ze zo ver is gekomen. Ze is geboren in Boskamp, een klein plaatsje achter Olst . Een prachtige omgeving met veel groen en vlak bij de IJssel, waarvan ze altijd al de schoonheid ervaarde. Als kind voelde ze zich op het platteland vaak anders dan anderen, maar vond wel sterk de
aansluiting in de natuur waar ze graag was. Haar vader was een arts van Molukse afkomst, had veel ellende in Indonesië meegemaakt en kreeg het huis in Boskoop destijds aangeboden van de regering wegens zijn goede verdiensten. Haar moeder was een blonde Nederlandse vrouw en daarmee was de verschijning van haar ouders in dat kleine dorpje voor die tijd opmerkelijk. Op haar derde werd ze al naar de kleuterschool gestuurd, omdat ze thuis voor de werkster die haar deels verzorgde niet altijd even makkelijk was. Ze herinnert zich nog de lieve kleuterjuf die het goed met haar kon vinden. Zo mocht ze wippen op haar stoel en aan het einde van de dag fluiten op de gang, wat ze geweldig vond. Dat ze muzikaal was viel deze juf ook op en kocht voor haar een groot kinderklokkenspel.
Ze herinnert zich een tante die met een eend uit Apeldoorn kwam gereden en piano kwam spelen. Deze vrouw was mooi, verfijnd, had prachtige sieraden om en rook lekker. Ze dacht bij zichzelf: zo wil ik ook worden ! Haar beide ouders waren ook muzikaal en stimuleerden haar behoefte om muziek te maken. Na een tijd verhuisde het gezin naar een ander klein plaatsje, Wesepe. Daar had men nog nooit donkere kinderen gezien en werd ze aangestaard door de mensen uit de buurt. Toch maakte ze er mooie vriendschappen, want er is nog steeds een groep vrouwen die ze daar leerde kennen en die vandaag de dag nog bij elkaar komt.
Al gauw merkte ze dat door muziek te maken, ze als het ware ging zweven, in een parallelle dimensie terecht kwam. ‘Maar’, voegt ze er aan toe,
’ je moet voor alles oefenen en hard werken’. Ter illustratie speelt ze razendsnel wat loopjes uit een stuk van Mozart. Vanaf haar zevende jaar kreeg ze aan huis pianoles om vervolgens op haar negende naar de Deventer Muziekschool te gaan. Ze vertelt me hoe ze op haar twaalfde echt ontdekt werd als goede musicus door het Eerste pianoconcert van Mozart te spelen bij Jeugd en Muziek Nederland. Ze ging vervolgens optreden met regionale- en nationale jeugdorkesten. Degene die haar les gaf in Deventer, moedigde haar aan zich aan te melden voor het conservatorium en daar werd ze in Arnhem op haar vijftiende aangenomen, terwijl ze tegelijk ook gymnasium deed. Rond haar zeventiende jaar ging ze uit huis onder nare omstandigheden. Haar ouders lagen in scheiding en thuis ging het niet langer. Van de gemeente Arnhem kreeg ze een toelage waarmee ze daar kon wonen en studeren. Ze vervolgde haar studie aan het conservatorium in Amsterdam, haalde een
aantekening kamermuziek in Zwolle en was leerling van Martha Argerich aan de Hochschule für Musik in Keulen.
Wat volgde was een succesvol muzikaal leven met veel optredens in binnen- en buitenland en waarin ze tal van eigen composities maakte. In Voorburg had ze een tijdlang een pianoschool met 75 leerlingen. Ook kreeg ze als eerste de Antje van Dijk - cultuurprijs in Zutphen. Op het moment dat ze speelt en zich gelukkig voelt, ziet ze allerlei kleuren opstijgen uit haar vleugel als een soort bellenblaas ballen, die naar de mensen toegaan die luisteren.
Ondanks alle succes en roem heeft ze ook heel moeilijke perioden gekend. Zo kreeg ze op haar 31ste een hersenbloeding en lag een tijdlang in coma. Later maakte ze een akelige scheiding mee en verloor haar beide huizen en alle bezittingen. Op dat moment moest ze weg uit Wesepe, waar ze nog woonde. Omdat haar dochter al naar de Vrijeschool ging in Zutphen, was het een logische keus om zelf ook een woning hier te zoeken, inmiddels acht jaar geleden. Een grappige bijkomstigheid is dat ze er achter is gekomen dat haar ouders elkaar hebben leren kennen in Zutphen en zelfs hier zijn getrouwd. Ze kregen er ook een zoontje dat kort daarna overleed. De pijn die dat deed maakte waarschijnlijk dat ze er zelf nooit over hebben verteld. Geïnspireerd door de Columbia River in Amerika waar ze voor concerten was, heeft ze eenmaal terug in Zutphen een pianosuite met diverse stukken, Tails of the River, geschreven over de IJssel, die ze als haar oorsprong beschouwt. Deze
prachtige rivier ziet ze als een levende aquarel. Het gaat natuurlijk om de enige pianiste die je tussen de zwarte en witten toetsen alle kleuren laat horen, Mariëtte Hehakaya.
Remy Koppel
Hier is hij dan, het 100ste portret in de serie De mooiste gezichten van Zutphen! Met vandaag een voor Zutphen markante ondernemer die niet mag ontbreken in deze reeks. Geboren in Arnhem maar van jongs af aan in Zutphen opgegroeid. Als klein jongetje bouwde hij in zijn slaapkamer samen met zijn broer al discotheken na en deden ze wie de mooiste had gemaakt. Toch koos hij eerst voor een ander vakgebied dan de horeca door qua opleiding en werk de economische kant op te gaan. Maar het duurde niet lang of hij kwam te werken in Le Boulevard als barkeeper. Dit was een goeie tijd waarin hij zijn huidige vriendin leerde kennen. Op een dag besloot hij om zich te gaan verdiepen in de wereld van de bloembollen en volgde daarvoor een opleiding in Lisse. Met die kennis en diploma’s op zak vertrok hij voor anderhalf jaar naar Amerika waar hij als salesmanager werkzaam was in onder andere Seattle en New York. Hoewel dat een boeiende tijd was met veel reizen miste hij de gezelligheid en zijn vrienden. Eenmaal terug in Nederland volgde een tijd waarin hij in de telecomwereld is gaan werken middels een eigen bedrijf genaamd bewaakjezaak.nl. Leuk detail is dat hij destijds vanuit die hoedanigheid het eerste pinapparaat mocht installeren bij Camelot en tevens bewakingscamera’s. En zo is hij er eerst vaste gast geworden. Vanaf die tijd werd hem het potentieel van deze zaak steeds duidelijker en kreeg hij het vertrouwen van de toenmalige eigenaresse om feesten te gaan organiseren. Dat begon met de DansNacht, wat gelijk een groot succes bleek. Daarop volgde het concept PianoBar, wat voor Zutphen toen uniek was. Maar ook kleinschaliger feesten als Biertjes en Bitterballen vielen in de smaak bij het Zutphense publiek. En zo ontstond een traditie die tot op de dag van vandaag zorgt voor heel veel gezelligheid en een groot publiek dat de weg naar Camelot blijft vinden. Denk aan PianoBar XXL, de programmering van de Zomerfeesten en uiteraard Koningsdag.
Voor de toenmalige eigenaresse werd het al met al te groot en teveel en was het tijd om het stokje over te dragen aan hem en met een welverdiend pensioen te gaan. Daar ging wel een jaartje goed nadenken over deze stap aan vooraf, want hoe spontaan en enthousiast deze ondernemer ook is, hij zet zijn stappen wel goed doordacht.
Het bleek een goed besluit waar hij geen seconde spijt van heeft. Het leukste in zijn vak is het aansturen van zijn zaak en daarin creatief kunnen zijn. De uitdaging die er lag was hoe breng je qua gasten iedereen bij elkaar, jong en oud. Een goed team is daarin enorm belangrijk en krijgt van hem veel vertrouwen maar ook veel verantwoordelijkheid. Wat hem typeert is het nastreven van een hoge kwaliteit. Zo biedt hij 85 verschillende soorten bieren, allen met eigen (gepoleerd) glas. In alle jaren is er nog nooit een echt incident geweest en dat komt misschien wel mede doordat hijzelf het grootste deel van de zeven nachten per week die ze open zijn aanwezig is. Soms komen er wel eens groepen studenten uit een andere stad die willen feesten maar door bij de deur kritisch te kijken en duidelijk te zijn over de gedragsregels kan veel gedoe worden voorkomen. Op de vraag waarop hij het meest trots is hoeft hij niet na te denken. “Dat is op de eerste plaats mijn team van fijne medewerkers. Op de tweede plaats het feit dat we corona goed en schuldenvrij zijn doorgekomen door eigenlijk vanaf het begin slim en creatief in te spelen op de situatie. Hierdoor kon ik ook mijn team behouden.”
Voor het aankomende jaar staat er heel veel te gebeuren, vertelt hij me trots. Zo gaat hij zijn zaak uitbreiden met een keuken voor lunch en eentje voor diner. “We gaan zorgen voor een simpele kaart met hoge kwaliteit.” Hoewel het overduidelijk is hoe zijn binding met Zutphen eruit ziet vertelt hij me er
nog wat meer over als ik hem ernaar vraag. “Zutphen is echt een prachtstad, leuk om in te mogen ondernemen”, zegt hij, “De lijnen zijn er heel kort met gemeente en instellingen maar ook met het binnenstadsmanagement.” Ook de monumentale status spreekt hem erg aan en hij merkt hoe Zutphen steeds beter op de kaart staat en dat het toerisme constant toeneemt. En met de betrokkenheid die hij voelt is hij veel meer dan alleen kroegbaas. Houdt zich ook
bezig met thema’s als toerisme, veiligheid van evenementen en heeft regelmatig overleg met politie.
Tot slot vraag ik hem of er iets is waaraan het hem ontbreekt of wat hij graag anders zou zien. En dan vertelt hij me zichtbaar geëmotioneerd dat zijn vriendin en tevens rechterhand in zijn zaak recent een herseninfarct heeft gehad. Hij hoopt dat ze de tijd neemt voor haar herstel en alles weer goedkomt.
En na het mogen opschrijven van zijn verhaal maak ik hem dan, het honderdste portret in de serie Mooiste gezichten van Zutphen van de enige kroegbaas in Nederland die zelf geen bier lust: Remy Koppel!
David Beliën
In deze serie is het deze week tijd om eens dieper in het glaasje te gaan kijken. En in dit geval heb ik het dan letterlijk over glas want de man die vandaag centraal staat in dit portret, verstaat de kunst van het glasblazen als geen ander. Ik had hem al eens in actie gezien tijdens de ambachtenmarkt in Zutphen, vorig jaar zomer, maar vandaag ontmoette ik hem in zijn atelier aan de Marsweg.
Bij binnenkomst blijkt gelijk dat hij wel op mijn komst rekende, maar dat zijn werk moet doorgaan. Als de ovens maar eenmaal draaien, anders kost dat handenvol geld en uitdoen kan niet even. En terwijl hij bezig is met het maken van een dolfijn van verschillende kleuren glas, begint hij te vertellen hoe hij op dit punt is beland. “Ik ben geboren in het ziekenhuis van Nijmegen, mijn ouderlijk huis stond in Boxmeer. Ik ben in mijn leven vaak verhuisd. Ik heb sinds mijn derde best veel gezworven van gezin naar gezin en ben uiteindelijk van mijn achtste tot mijn zestiende jaar opgegroeid in een internaat in Oss . Daar zat ik ook op de middelbare school, maakte mijn VWO af, waarna ik in Eindhoven werktuigbouwkunde studeerde. Dat vond ik al snel een beetje saai,
waarna ik naar de kunstacademie in Tilburg ben gegaan.
Daarna heb ik een jaar of drie gewerkt, ben getrouwd en kreeg kinderen. Ik ben meerdere malen in Tsjechië geweest, soms jarenlang. Zo ook voor een periode van een half jaar waarin ik de middelbare school voor glaskunst en-nijverheid bezocht in Železný Brod. Eigenlijk vonden ze mij met mijn 27 jaar al veel te oud en dachten dat het nooit wat zou worden. Dat pakte anders uit. Het is mijn droom om een dergelijke middelbare school ook
in Nederland van de grond te krijgen.”
Terwijl hij me hierover vertelt, werkt hij tegelijk een leerling in die het vak bij hem komt leren. Het betreft een professor van de universiteit van Wageningen. Sinds 2020 is zijn atelier operatief en heeft hij zeker vier mensen opgeleid. Als je glas wilt leren blazen is dat vooral vier à vijf jaar keihard trainen om het zelf te kunnen. Er komt overigens veel meer bij kijken, omdat het glas ook wordt afgewerkt. Je moet bijvoorbeeld ook kunnen slijpen
met diamant en robijn, wat een vak apart is. In een perfect atelier heb je een blazer, een assistent en een slijper nodig. Ik doe dat allemaal tegelijk.”
Iets waarop hij terecht trots is, zijn de oranje glaasjes van Leerdam, één van de meest prestigieuze dingetjes op vakgebied die hij mocht maken. Dat was een eenmalige serie die aan de hoogste eisen moest voldoen. “In Nederland hebben we een groot deel van het maak-onderwijs wegbezuinigd. Ik zou dat op MBO niveau graag terugbrengen voor het glasblazen.” Hij vertelt hoe hij in Leerdam als freelancer bij het Glasmuseum werkzaam was. Aanvankelijk had hij daar graag een dergelijke opleiding opgezet, maar de visie van dat instituut sloot niet goed aan bij zijn gedachtegang en de chemie om er samen uit te komen ontbrak. Toen ging hij trouwen in Winterswijk en leerde daar de Achterhoek goed kennen. De streek sprak hem enorm aan. Toen ze bij vrienden in
Zutphen kwamen, zag hij hoe mooi deze stad eigenlijk is.
En zo hebben ze de stap gezet om naar Zutphen te verhuizen. Dat was echt eerst zwaar en puur overleven, hij had immers geen studio. Helaas heeft zijn huwelijk dat niet overleefd. Maar hij hoopt hier oud te worden en is blij met zijn atelier in deze stad. Tegelijk liet hij veel kansen voor zowel Zutphen als zichzelf om zijn unieke ambacht nog meer en beter zichtbaar te laten zijn, bijvoorbeeld vanuit een plek in de historische binnenstad. Daarbij heeft hij wel hulp nodig, omdat de kosten van een goede locatie met alleen glasblazen moeilijk op te brengen zijn. Hij is ervan overtuigd grote groepen mensen aan te trekken die allemaal ook komen eten en drinken in de binnenstad. “Het blijkt dat er heel veel interesse is, kijk alleen maar naar een jaarlijks evenement als de Zutphen Glass Expo die ik in de Walburgiskerk organiseer. Deze beurs die ik met Mark Waayenberg organiseer, trekt in een weekend ruim twee duizend mensen naar Zutphen. Ook de actie waarbij ik paaseieren van glas had verstopt, wordt door mensen van buitenaf erg gewaardeerd. Ze
komen ervoor naar Zutphen.”
Tijdens het hele gesprek is hij onafgebroken bezig met zijn dolfijn, die gedurende de tijd tot twee keer een stukje van zijn staart verliest door het proces van afkoelen, bewerken en weer verhitten. Zo wordt mij duidelijk hoe ongelooflijk complex dit werk is. Uiteindelijk komt het goed want deze man verstaat zijn vak als geen ander. In de dolfijn is wat as van een overleden iemand verwerkt en zo wordt dit een maatwerk-kunstwerk dat een waardevol aandenken zal zijn voor de opdrachtgever. De sympathieke kunstzinnige man die me vandaag glashelder liet zien hoe mooi zijn ambacht is, heet David Beliën !
Eco Teunissen
Uit de tijd dat deze serie voornamelijk uit portretten bestond en er nog geen verhaal bij werd geschreven. Wel iemand die de meeste reacties kreeg van alle mensen tot op heden in deze serie. Hij is een door velen geliefd man die zelf zegt een missie van boven te hebben gekregen om te zorgen voor overvloed voor zijn dieren. Hij is 7 dagen per week in touw in het Vogelpark, een rasechte Zutphenees en verdient als geen ander een plek in deze serie portretten: Eco Teunissen !
Gordon Groothedde
De man die deze week centraal staat in De Mooiste Gezichten van Zutphen stond al een tijdje op mijn wenslijst. Hij ontvangt me met koffie in zijn studio waar bij binnenkomst mijn hart een klein sprongetje maakt. Ik word er rondgeleid in een paar prachtige ruimtes, ietwat klassiek gestyled. Boekenkasten aan de wand geven je de vibe van een oude bibliotheek. Je voelt je er gelijk fijn maar de wetenschap dat dit is "where the magic happens" omdat vele muzikale grootheden hier al hun albums opnamen maakt het voor mij nog imposanter.
Als we plaatsnemen achter het grote mixconsole waar uiteindelijk alles wordt verwerkt begint hij te vertellen. Hij is geboren en getogen in Zutphen en noemt zich ook echte Zutphenees. 'Ik maak al muziek sinds mijn negende. Speelde toen al ukelele en gitaar. Vanaf mijn twaalfde werd dat een elektrische gitaar en was ik vooral hardrock aan het spelen. Samen met mijn vader zat ik op klassiek gitaarles. Maar door goed te luisteren en mijn gevoel voor muziek zorgde ik ervoor dat hoewel ik stiekem de noten nooit kon lezen ik altijd deed alsof. Ik nam het gewoon in me op en speelde het dan na. Dat heb ik zes jaar volgehouden. Achteraf zei de leraar het altijd te hebben geweten. Ik wilde aanvankelijk de beste gitarist van de wereld worden maar dat werd het niet. Vanaf mijn zestiende gaf ik al gitaarles en zo kwam het dat op mijn negentiende door een paar eerlingen werd gevraagd om te helpen een cd op te nemen in een studio. Ik had toen al een duidelijke visie op muziek en hoe je dat moest opnemen. Zonder het te weten had ik al precies in mijn hoofd hoe het moest klinken en delegeerde ik ieder wat ze moesten spelen of zingen'.
Vanaf dat moment is hij gaan opvallen en van het een kwam het ander en zo startte een loopbaan waarin hij commerciële albums ging opnemen. 'Langzaam is dat in tien jaar uitgegroeid naar het nivo waarop ik voor platenmaatschappijen ging werken als producer', vertelt hij me. Later ging hij zelf ook muziek schrijven. Van het eerstverdiende geld van een zogenaamde publishing deal kocht ik mijn eerste studio-uitrusting in mijn toenmalige woning. Dat is steeds meer uitgebreid. Omdat hij ook heel vaak studio's moest huren zat hij altijd vast aan tijden, wat uiteindelijk heel belemmerend werkte. ‘Toen we verhuisden naar een andere plek maakte ik daar een losstaande studio die ik nog beter kon inrichten. Daar heb ik bijvoorbeeld het album van Intwine gemixt. Bij een volgende verhuizing werd de hele bovenverdieping studio en daar zijn ook de opnames van onder andere Marco Borsato gemaakt. Doordat al die artiesten dan altijd door zijn huis liepen, wat ook de woning van mijn gezin was, leek het toen beter om iets te zoeken waarbij alles wel onder één dak is maar meer gescheiden. Dat werd het pand dat hij nu zit
en wat volledig naar zijn wensen is aangepast. 'Belangrijk is dat ik niet naar buiten hoef om te werken. Als ik iets in mijn hoofd heb wil ik er heel intuïtief gelijk iets mee kunnen doen, ook 's nachts en dat kan hier perfect'. In de ruimte waar hij inmiddels al weer 5 jaren zit neemt hij hele bands op zoals bijvoorbeeld Krezip. Vroeger zat ik 100 dagen per jaar in de Wisseloord studio's en was veel dagen van huis. Nu bepaal ik mijn eigen tijd en
dat geeft veel vrijheid.
Ik vraag hem naar welke projecten het meest dierbaar waren en daar moet hij even over nadenken. Maar al gauw noemt hij de sessies die hij met Boudewijn de Groot deed. Dat was voor hem een van de meest inspirerende, leerzame projecten tot nu toe. Niet qua techniek maar in de samenwerking met hem als persoon. 'Voor mij is Boudewijn de Groot de meest briljante man die ik ooit ontmoette', zegt hij. Daarnaast zijn er tal van artiesten met wie hij nummers maakte. Op Spotify vind je een lijst met ruim 1400 nummers die hij produceerde. ‘In totaal maakte ik zo'n honderd albums. Haevn is ook een band wiens album ik heb gemixt, geproduceerd en ook meegeschreven’. Dat album beschouwt hij overigens als een van de beste dingen die hij heeft gemaakt. Het wordt zelfs gebruikt voor het testen van speakers. ‘Maar ook met Miss Montréal werk ik al jaren fijn samen en natuurlijk in het verleden Nick en Simon met wie ik bijna twintig jaar lang alles deed. Vrij recent is Douwe Bob, met hem heb ik ook een hele goede chemie die leidt tot mooie dingen’. Heel soms maakt hij in het buitenland mee dat die chemie er niet is en dat het stopt. 'Mensen die denken dat ze heel wat zijn maar eigenlijk niets voorstellen'. Waar ik benieuwd naar ben is met wie hij als alles kon graag wat samen zou doen. De naam die al
snel opkomt is Gavin James maar ook Kate Bush, een voor hem bijzondere zangeres die zelf ook produceert.
Tot slot vraag ik wat nou maakt dat hij ondanks het internationale van zijn carrière toch verknocht is aan Zutphen. Lachend zegt hij me dat dit gewoon een mooie stad is die alles heeft, alles zit dichtbij, heeft een dorps karakter. Een leuk feitje is dat zijn broer die archeoloog is woont in een oud huis dat de Biervoerder heet. En toen ik mijn huidige huis kocht ontdekte we dat het perceel waarop het gebouwd staat vroeger verbonden was aan de Biervoerder, genaamd het Biervoerderskamp. Alsof het zo moest zijn. Met heel veel plezier luisterde ik naar zijn verhaal en maakte de foto die hem in zijn rol mooi weergeeft: de enige echte Gordon Groothedde !
Ric Stokes
Op een zonnige dag ontvangt hij me allerhartelijkst op de grote zolder van zijn woning. Deze ruimte die gevuld is met instrumenten, geluidsapparatuur en foto’s van muzikanten, ademt jazz uit en ik ben blij dat ik zijn verhaal mag opschrijven.
Hij is in 1947 geboren in Harlem, New York City. Hij was als baby twee maanden te vroeg geboren en had daardoor een kwetsbare gezondheid. Omdat zijn vader beroepsmilitair was, hebben ze vaak moeten verhuizen. Op zijn achtste jaar verhuisden ze naar Texas. Aan de ene kant was dat prettig, omdat hij daar veel buiten kon spelen. Maar de scholen die daar voor zwarte mensen beschikbaar waren, boden slecht onderwijs, Naar school gaan, voelde voor hem als tijdverspilling. Later verhuisde hij nog naar Washington en naar de Filippijnen. Daar zat hij voor het eerste op een blanke school. Dat was echt heel anders en beter. Hij heeft er goede herinneringen aan, al moest hij plotseling heel hard werken, omdat de eisen die werden gesteld, veel hoger waren. Voor hem was het vooral ook fijn dat hij op school en in vrije tijd met blanke mensen in contact kwam. Die periode maakte diepe indruk. Toen hij terug moest naar de Verenigde Staten, was de overgang zwaar, omdat de tegenstellingen tussen zwart en wit daar nog altijd groot waren in het dagelijkse leven.
Nadat hij van de Highschool afkwam, ging hij op 19 jarige leeftijd in militaire dienst en werd uitgezonden naar Vietnam. Hij deed dat vanuit de gedacht dat hij daar de mensen zou gaan helpen. Na enkele dagen werd duidelijk dat de realiteit anders was. ‘De mensen in Vietnam werden nog slechter behandeld dan de zwarte mensen in Amerika’, zo vertelt hij me. ‘Het racisme zit zo diep geworteld in de Amerikaanse samenleving.’ Na een periode van een jaar in Vietnam te zijn geweest, waarin hij veel verschrikkelijke dingen meemaakte, kwam hij terug. Omdat hij een uitstekende beoordeling kreeg voor zijn inzet, werd hem een goede baan in het Pentagon aangeboden. Het was ook een tijd waarin racisme nog altijd heel erg voelbaar aanwezig was en daarom vertrok hij na twee jaar uit Amerika en kwam als militair terecht op een hoofdkwartier van de NAVO in Limburg. Na zes maanden werd hij overgeplaatst naar Duitsland. Op dat moment zag hij zijn werk als militair niet meer zitten en deserteerde. In Zweden kreeg hij asiel aangeboden. Toen is hij na enkele jaren gaan zwerven door Europa en reisde vaak van Zweden naar Spanje. Amsterdam lag daar middenin en hij had daar vrienden. Het was inmiddels 1969, een heel leuke tijd. De keus om muzikant te worden maakte hij vlak voordat hij uit Amerika vertrok. Hij vertelt me hoe hij bedacht dat als het luisteren naar muziek al zo fijn is, hoe mooi het moet zijn om het zelf te kunnen maken. Hij begon op een blokfluit en ging later gitaar spelen. Toen hij in Amsterdam woonde was dat een periode van feesten, maar kwam hij als muzikant niet echt vooruit. En zo belde hij een vriendin die in Zutphen woonde. Zij nodigde hem uit om een weekend te komen met als doel afstand te nemen en alles eens vanuit een ander perspectief te bekijken. Die eerste dag leerde hij ook een vrouw kennen met wie hij later zou trouwen. Vanaf het eerste moment was hij ook verliefd op de stad. ‘Je voelt de geschiedenis onder je voeten’ zegt hij enthousiast. Opmerkelijk is dat hij me vertelt dat racisme in die tijd hier veel minder speelde dan nu. Kinderen keken hem wel met grote ogen , omdat ze toen nog niet veel zwarte mensen zagen, maar hij werd overal wel met respect behandeld.
Op een dag zag hij ergens een dwarsfluit liggen en vroeg hij of hij er op mocht spelen. Vanaf de eerste toon die hij erop speelde, was hij erdoor geraakt en wist het zeker: dit wil ik doen ! Met een aanvankelijk geleende dwarsfluit nam hij lessen op een muziekschool in Zutphen. Het was ook een moment waarop hij met klassieke muziek in aanraking kwam. In zijn hart wilde hij jazzmuzikant worden, maar de klassieke muziek sprak hem aan. Na acht jaar les te hebben gehad, ging hij naar een muziekopleiding in Amsterdam en schreef zich in voor de jazz-opleiding. Maar na een jaar merkte hij dat hij uit de praktijk eigenlijk alles al kende en zo besloot hij over te stappen naar de klassieke opleiding. Nadat hij deze opleiding had afgerond, kreeg hij gelijk een baan als docent aan de Muziekschool Zwolle Zuid voor saxofoon en dwarsfluit. Die baan deed hij 26 jaar lang.
De belangrijkste reden om te stoppen was dat hij opa werd en heel graag meer tijd met zijn kleinkind door wilde brengen. Ook besloot hij vanaf toen niet meer in het buitenland op te treden, om dezelfde reden. Een mooie anekdote is zijn optreden in Afrika. Hij had ooit voor de ambassadeur van een Afrikaans land opgetreden en deze man werd later president. Die nodigde hem toen persoonlijk uit om te komen spelen. Voor het eerst in zijn leven was hij in een land waar iedereen zwart was. Het gaf een gevoel van ontspanning, hoewel hij zich niet van bewust was van de spanning die hij elders altijd had gevoeld, omdat dat gewoon was geworden.
Vandaag de dag is hij nog altijd actief met optredens in het land. Tot slot vertelt hij me nog een mooi verhaal over hoe hij tot twee keer toe BB King ontmoette. In zijn laatste gesprek met hem vroeg hij of BB King, eenmaal terug in Amerika, zijn vader wilde bellen om te zeggen dat alles goed was. Twee weken later belde zijn vader hem vol ongeloof op dat hij door deze blueslegende was gebeld !
Vandaag was zo’n dag waarop ik me realiseer wat een bijzondere mensen er in Zutphen wonen, en wat een voorrecht het is om ze te mogen portretteren. Zoals ook deze geweldig vriendelijke muzikant, Ric Stokes !
Marlies Claasen
Deze week ben ik te gast bij een zangeres die geboren is in een dorpje in de buurt van Utrecht, dat sterk deed denken aan dat nummer van Wim Sonneveld. Als ik haar vraag naar hoe haar jeugd was, noemt ze met name de vrijheid die ze altijd had en hoe fijn dat was. Een voorbeeld daarvan is dat ze een bootje had waarmee ze regelmatig het water op ging met haar hond Kiki op de boeg, en zo naar een eilandje kon varen. Het gegeven dat haar vader worstelde met een oorlogstrauma en het feit dat haar ouders niet het meest ideale huwelijk hadden, drukte daar enigszins een stempel op.
Op jonge leeftijd begon met ze met pianoles, maar dat bleek aanvankelijk niet een groot succes. Toch pikte ze de liefde voor muziek later alsnog op toen er in haar dorp een vrouw was die ook zangles gaf. Ze was ongeveer 14 jaar oud toen ze daarmee startte. Op dat moment was ze nog een onzeker meisje dat op de lagere school vaak werd gepest. Maar door te zingen voelde ze dat ze groeide. De middelbare school volgde ze in Hilversum, waar overigens haar vader een populaire docent was. Hoewel ze het thuis soms moeilijk met hem had, was hij op school een ander mens en deed dat hun relatie goed. Op deze school ging ze ook zingen in de schoolband en koos voor muziek als examenvak. Na de middelbare school ging ze eerst twee jaar Nederlands studeren en begon toen gelijktijdig aan het conservatorium, waardoor ze een periode twee opleidingen volgde, beide in Utrecht. Omdat van huis uit werd meegegeven dat je met muziek je brood niet kon verdienen was het een bewuste keus om ook de studie Nederlands te volgen. Op die manier was er wat breder perspectief om van daaruit te kunnen gaan werken. In die tijd leerde ze ook haar partner, de muzikant en componist Tom Klein kennen en maakten ze
samen veel muziek. Als bijbaantje werkte ze in Amsterdam bij themarestaurant de Party- Company, waar ze heel veel leerde, hoewel dit op artistiek gebied niet het meest hoogstaande was. Het leren omgaan met een publiek en het entertainen van mensen is iets wat ze daar vooral leerde. Nadat ze haar conservatorium had afgerond, is ze met haar partner gaan wonen in het centrum van Zutphen. Daar hebben ze 20 jaar gewoond en kregen er kinderen. Vanaf 2001 heeft ze tv gemaakt voor Omroep Gelderland. En vanaf die tijd is ze ook steeds meer dingen gaan presenteren en werd ze vaak gevraagd als dagvoorzitter. Ze verwoordt het zelf heel mooi: 'De weg van het verleden bepaalt waar je nu staat, maar er zijn telkens nog heel veel afslagen die je kunt nemen'. Ik hoor er een potentiële song in.
Ik vroeg haar of er dingen zijn die er in haar loopbaan uitspringen en waarop ze bijzonder trots is. Ze vertelt dat dat in algemene zin altijd geldt voor zelfgemaakte muziekstukken die ze uitbrengt. Een voorbeeld daarvan is een liedje van een eerder album genaamd ‘Als we strakjes ouder zijn’,
geschreven door Tom. Dit is een heel mooi Nederlandstalig liedje dat ze de komende tijd ook weer vaak live zullen spelen op bijeenkomsten die ze mag presenteren voor de Seniorencoalitie over krachtig ouder worden. Een ander voorbeeld is het album Silent Words dat ze 10 jaar geleden maakte, samen met het beroemde Budapest Saxophone Quartet. Daarvoor gingen ze ook op tournee naar Hongarije. Ook een hoogtepunt was het interview dat ze mocht houden met Vera Lynn. Aan het eind daarvan vroeg ze haar of ze het nummer 'We'll meet again' nog kende. Ze bleek het 18 jaar niet meer te hebben gezongen. Toen is ze het voor haar gaan zingen waarop de oude zangeres meezong. Het was een heel bijzonder moment, dat vlak na haar overlijden nog als fragment op tv terug te zien was.
Eigenlijk is er heel veel waar ze trots op is. 'Op het moment dat je niet meer bang bent om kwetsbaar te zijn als je in contact bent met anderen, heb je veel bereikt,'zegt ze. Dat je tijdens je optreden als zangeres of presentatrice,- ik heb het zelf meestal over presentator-durft te laten zien wie je bent, is iets heel belangrijks', wat ze ook in haar trainingen aan anderen leert. 'Als je jezelf bloot durft te geven krijg je het meeste terug'.
Het meest recente werk is haar nieuwe album, Songs from the Mirror. Het is haar wens om dit album, waar ongelofelijk veel werk in zit, aan zoveel mogelijk mensen te laten horen. Die kans is er door de cd te kopen, het album online te beluisteren of live te beluisteren. Bijvoorbeeld door naar de première te komen op zondagavond 16 juni aanstaande in het Musiater in Zevenaar. Ze benadrukt dat ze zonder haar partner Tom al deze dingen niet zo zou kunnen maken. 'Hij is een geweldig muzikant en een groot componist, die daarover zelf veel te bescheiden is'. Uit persoonlijke ervaring kan ik dat volkomen beamen
Voor het laatste album is ze nog veel meer naar binnen gegaan. De liedjes raken thema's die op persoonlijk vlak een beetje schuren, maar daarmee juist heel echt zijn. De sympathieke zangeres die je dan ook absoluut eens moet gaan beluisteren en over wie dit stukje gaat, is natuurlijk de enige echte Marlies Claasen !
Kenneth Scholsberg
De man die ik deze week mag portretteren is een zeer vriendelijk maar ook veelzijdig iemand. Hij is geboren in Paramaribo en groeide er op tot zijn tiende. Toen vertrok hij met zijn gezin naar Nederland om eerst in Warnsveld te gaan wonen, vervolgens een periode in Lochem en uiteindelijk terecht te komen in Zutphen. Uit die omgeving is hij nooit meer weg gegaan. Nu woont hij in Eefde, waar hij een eigen huis kocht.
Als klein jongetje wilde hij eerst brandweerman of politieagent worden. Toen hij van school af kwam vroeg hij zijn vader wat een goed beroep was. Zijn vader was zelf lasser en raadde hem dat ook aan. ‘Als je goed kunt lassen kun je heel veel kanten op‘, zei hij hem. En zo gebeurde het dat hij terecht kwam bij zijn eerste werkgever in Brummen, als lasser. Daar werkte hij enkele jaren.
Sinds jaar en dag maakt hij zich ook verdienstelijk voor het Zutphense uitgaanspubliek als portier. Ooit, jaren terug begon dat bij Boulevard. Maar inmiddels doet hij dit werk al weer langere tijd bij Camelot. ‘Ik was een keer beveiliger op een feestje geweest en toen een portier van Boulevard ermee stopten vroegen ze mij’. ‘Ik was daar toen een van de jongsten’. Hij stond er ook nog korte tijd achter de bar en heeft zelfs een keer ingevallen voor de dj die ziek werd. Maar het werk als portier bleek echt zijn ding, vooral omdat je dan veel meer contact met mensen hebt. Bijna iedereen kent hem vandaag de dag bij naam en veel gasten komen even een praatje maken. Hij vertelt me dat hij het werk inmiddels zo lang doet dat hij nu soms kinderen van eerdere klanten leert kennen die nog de groeten doen van hun ouders. ‘Mijn vader vroeg of je goed op zijn dochter wil letten, zeggen ze dan’.
Naast zijn werk als lasser dat hij overdag nog altijd doet en het portierswerk dat vooral in de weekenden plaatsvindt, heeft hij nog een andere passie. Hij verzorgt soms lekker eten op feestjes en levert daarvoor een door hem zelf gebouwde smoker. Vlak voor de coronatijd startte hij daarvoor zelfs een eigen bedrijfje maar de pandemie gooide roet in het eten. En daarom stopte dat abrupt en werd de inmiddels gekochte bus snel weer van de hand gedaan. Nu begint hij daar heel langzaam weer wat mee, puur uit liefhebberij. Inmiddels heeft hij al 4 smokers gebouwd, die hij maakt van ouder materialen als vaten en andere onderdelen.
Een ander passie die hij heeft zijn zijn twee motoren, een chopper en een racer. Met mooi weer vindt het het heerlijk om na het werk lekker te gaan rijden. Vroeger deed hij dat met een groepje vrienden maar door de jaren heen is dat wat uit elkaar gevallen. Nu rijdt hij alleen en vindt dat heel fijn. ‘Lekker een sigaartje mee en onderweg ergens rustig zitten’, vertelt hij me glunderend.
Hoewel hij in zijn dagelijkse leven buitengewoon actief is kan hij ook enorm genieten van een lekker vakantie waarin hij niets hoeft te doen. Zoals vorig jaar toen zijn moeder hem meenam naar Suriname. ‘Mijn broer en schoonzus gingen ook mee met hun baby, waar ik toen veel op heb gepast, ik vind dat gewoon heel erg leuk’. ‘Ik zou er trouwens niet willen wonen, alles is er veranderd ten opzichte van toen ik er als jongetje vertrok.’ ‘Bovendien ben ik nu echt thuis, hier in Zutphen, heb hier mijn vrienden en vriendinnen‘. Hij zegt dan ook van van zichzelf dat hij een goed leven heeft en niet mag klagen . De sympathieke man op de foto luistert soms ook naar de bijnaam Brother Bear maar zijn formele naam is Kenneth Scholsberg.
Maartje Kranenborg
Deze week ben ik te gast in het prachtige monumentale winkelpand van Collectie Kranenborg aan de Sprongstraat waar ik letterlijk en figuurlijk een inkijkje mocht krijgen in de wereld van handgemaakte sieraden en die van degene die ze maakt. Dit is het domein van een vrouw die geboren is in het midden van het land maar op 12 jarige leeftijd met haar moeder, broers en zusjes naar Zutphen verhuisde. Grappig detail is dat haar ouders toen ze heel klein was regelmatig in Zutphen een huis huurden tijdens vakanties. Op vijfjarige leeftijd heeft ze ooit tijdens zo’n vakantie gezegd: ‘Hier ga ik later wonen‘. Ze ging hier naar de Vrijeschool en had een fantastische tijd. Na haar middelbare schoolperiode verhuisde ze naar Schoonhoven maar kwam op enig moment weer terug naar Zutphen voor haar werk en voor de liefde. Haar vakgebied was naast haar werk als goudsmid ook het ontwerpen van interieurs, meubels en verlichting. De binding met Zutphen is vandaag de dag heel sterk, het voelt als thuis. Dat zit deels in de herinnering aan een fijne tijd uit haar jeugd, waaraan ze nog vaak herinnerd wordt als ze leerkrachten van de Vrijschool tegenkomt. Maar ook het haast feeërieke en de schoonheid van de historische binnenstad spreekt haar enorm aan. ‘En ik voel me echt bevoorrecht dat ik in die oude sfeer mag wonen en werken’, zegt ze enthousiast. ‘Zeker ook omdat mijn werk als goudsmid een link heeft naar iets klassieks is het fijn om in deze inspirerende omgeving te kunnen werken‘.
Ik vroeg haar of ze altijd al wist dat ze dit werk zou gaan doen maar dat blijkt niet zo te zijn. ‘Ik wilde aanvankelijk ballerina worden maar helaas werd ik op enig moment afgekeurd vanwege mijn voeten’, zegt ze. ‘Toen ging ik nadenken over een “second best” en kwam al snel uit op dat ik goudsmid wilde worden’. ‘Het maken van sierraden brengt me eigenlijk in een zelfde soort staat van zijn als met ballet’. Ze vertelt me hoe ze tijdens haar werk altijd klassieke muziek luistert er hoe er een soort van knop om lijkt te gaan. Dat ze in een eigen bubbel terecht komt van waaruit inspiratie vloeit om mooie dingen te maken. ‘Daar zit ook de overlap naar design, waarin het eveneens gaat om een zoektocht naar harmonieuze schoonheid. ‘Ik kan me er zelf in verliezen maar het voedt me tegelijkertijd ook.
Een andere passie die ze heeft is dat ze het heerlijk vindt om buiten te zijn. ‘Ik moet echt in mijn eentje buiten dwalen, de wind voelen, om in een staat van zijn te komen bij wie ik diep van binnen echt ben, misschien wel in verbinding met ook mijn voorouders’. ‘Dat is een soort state of mind waar ik altijd naar zoek, ook tijdens mijn werk. Het pand waar ze haar winkel heeft en waar ik haar spreek leent zich hier ook perfect voor, met de sfeer, alle hoekjes, verschillende etages en de manier waarop het licht van buiten naar binnen schijnt, zegt ze.
Een wens die ze beroepsmatig nog heeft is het nog beter leren van stenen zetten in sierraden, iets wat heel specialistisch is. Over wensen op persoonlijk hoeft ze niet lang na te denken. ‘Ik zou graag in een huis buitenaf wonen en ik vind het heel belangrijk om mijn zoon groot te zien worden. En hoewel ze qua levenspad het licht al lijkt te hebben gezien heeft ze tot slot nog één andere wens: Het noorderlicht zien ! Vandaag was ik te gast bij niemand minder dan Maartje Kranenborg.
Hans Driesten
Op een druilerige zaterdag zat hij daar. Met zijn pilsje en een peuk onder de luifel van Café de Deur. Gekleurde bril, felle das en prachtige cowboylaarzen aan. ‘Mag ik een foto van je maken’, vroeg ik hem. Dat mocht en resulteerde in een karakteristiek portret dat ik in kleur op mijn socials zette, alhoewel hetmerendeel dat ik maak in zwart wit is. Wat volgde was een warme stroom van reacties van mensen waarvan er velen benieuwd waren naar het verhaal achter deze markante man. Ik zocht hem op en vandaag mag ik jullie daarover vertellen.
In zijn kleine gezellige woning word ik ontvangen door hem en een klein hondje waarvan hij later vertelt dat dit het liefste dier is dat bestaat. De kamer staat vol instrumenten, vooral gitaren en een diverse vintage versterkers. Als hij begint te vertellen blijkt hij al 40 jaar in Zutphen te wonen. Geboren in Utrecht en later verhuisd naar onder anderen Gorkum en Duitsland omdat zijn vader militair was. Later kwam hij in Apeldoorn terecht en woonde daar 16 jaar en volgde er de middelbare school. Voor de liefde verhuisde hij naar Zutphen en kwam te wonen in een monumentaal pand aan de Spiegelstraat. Zijn partner was net als hij muzikant en ze gaven ook piano- en gitaarles.
Van de jaren 1970 tot 1982 maakte hij deel uit van de Apeldoornse bluesband Flavium. In die jaren was deze band zeer populair, trad veel op en maakte een groot aantal platen. Meest trots in zijn loopbaan is hij toch wel op de hit Nightlife die hij met deze band maakte. Deze hit noemt hij hun pièce de résistance, waarop hij gitaar speelt en zingt. De band bestaat overigens nog steeds. Af en toe treedt hij nog op met onder anderen zijn vrouw die bassist is en een paar anderen maar door corona is dat drastisch minder . ‘Ik speel vooral nog voor de spiegel’, zegt hij me met de nodige zelfspot. Ik vroeg hem of hij van kleins af aan wist dat hij muzikant zou worden maar het antwoord is verrassend en tegelijk typerend voor deze markante man. ‘Ik wist het niet, ik was het gewoon’, zegt hij me. ‘Ik kon al heel snel piano en gitaar spelen en heb een absoluut gehoor’. ‘Dat is een gave waar ik niks voor hoefde te doen, later ben ik naar het conservatorium gegaan om ook de theorie van muziek die ik al beheerste te leren’. ‘Ik wou het geheim wel graag weten’, bijvoorbeeld omdat ik sommige akkoorden zo mooi vondzonder dat ik snapte waarom’. ‘Door de theorie te bestuderen ben ik dat gaan begrijpen’. ‘Hoe beter je iets weet, hoe meer je er mee kunt goochelen’.
Hij vertelt dat hij geboren is in 1950 en de opkomst van Elvis en de Beatles bewust meemaakte, en daarmee wat hij noemt de emancipatie van de teenagers en de hippietijd. In die tijd was hij heel netjes en ging gewoon naar school, was totaal niet revolutionair, zo vertelt hij me. ‘Ik ben wel passivistisch, laten ze al die wapens maar inleveren’. ‘Als je dan moet vechten, doe het dan met woorden’, zegt hij. Een andere passie buiten muziek vind hij in zoals hij het noemt
het mysterie van de natuur. Hij volgt de ontwikkeling in de wetenschap ook met interesse, zoals wat men door DNA-onderzoek kan. ‘Hoe een kakkerlak met een pissebed genetisch verwant is of een chimpansee met een mens’.
Tot slot vraag ik hem net als de meesten die ik portretteer of hij een bucketlist heeft. Dat blijkt niet zo te zijn, hij heeft dat niet nodig, heeft geen grote wensen. Hij zegt me dat tijden toch steeds veranderen en wil gewoon met de tijd mee proberen te gaan. ‘Ik heb geen snode plannen’, zegt hij triomfantelijk. Ik leef hier met mijn vrouw heerlijk. Als het droog is ga ik soms naar de stad, lekker op een terras waar ik een sigaretje kan roken, liefst in het zonnetje. Tot slot pakt hij op mijn verzoek nog even zijn Fender Stratocaster en speelt behendig een paar prachtige akkoorden terwijl ik zijn foto maak. Ik ben me bewust dat ik te gast was bij een bijzonder mooi mens en ben er trots op erover te mogen schrijven: Hans Driesten !
Wendy Marsman
In de Mooiste gezichten van Zutphen zien we dit keer een dame die weliswaar in Winterswijk geboren werd maar al vanaf haar eerste jaar in Zutphen is gaan wonen. Zat op de lagere katholieke school met 6 a 7 meisjes in de klas. Ze vertelt me dat ze twee echte vriendinnen had en
dat was prima want ze was toen ook al graag alleen. Later is ze de LEAO gaan doen, wat voor haar een verschrikkelijke tijd was. Het werd haar duidelijk dat een klassieke schoolse setting niet bij haar paste. Veel meer was ze iemand die er van hield om te leren in het leven zelf, op een meer
praktische wijze. In die tijd heeft ze heel veel gedanst bij Vieberink en heeft daar nog goede
herinneringen aan. Als ik er op doorvraag vertelt ze dat haar jeugd niet een geheel onbezorgde tijd was. Er heerste bij haar altijd het idee dat er iets mis was, al wist ze niet goed wat. Liep heel lang op eieren om het voor ouders goed te doen.
Ze omschrijft zichzelf als een laatbloeier. Ging pas op wat latere leeftijd echt relaties aan en beseft dat ze nu pas dingen doet waarvan ze echt gelukkig wordt. Wat een rode draad door haar leven lijkt te zijn is dat ze beschikt over een enorme sterke intuïtie en dat ze het fijn vindt om die in te zetten om andere te kunnen helpen. Ze werkte een poos in het stadshuis voor de gemeente Zutphen in de ondersteuning van teams maar stopte daar omdat ze graag iets anders en meer wilde doen dat meer van betekenis is.
Een belangrijk keerpunt in haar leven was het plotseling overlijden van haar zoontje, een ingrijpende gebeurtenis waarover ze ook een boek schreef. Ze vertelt me hoe die periode was, hoe mensen veel medeleven hebben bij die gebeurtenis maar ook hoe men aanneemt dat je dit vast niet meer te boven komt en je niet verder zou kunnen. En dat blijkt onjuist. Want bij het ontdekken van de laatste afdruk van een kusje op het raam van haar zoontje gebeurt er iets bijzonders. Alsof haar kind zei, ga ervoor mama, voelde ze zich gesterkt om te doen wat ze fijn en belangrijk vindt en dat is anderen, veelal vrouwen helpen. En ze is er heilig van overtuigd dat je je eigen missie niet vindt maar andersom, het vindt jou ! Net als je doelgroep, deze vind je niet zelf maar ze vindt jou.
Bij Havital in Warnsveld is ze een aantal scholingen gaan volgen en zo is ze begonnen met het vorm geven aan de hulp voor anderen of zoals ze zelf zegt creëren. Ze helpt de ander door jezelf te creëren zoals je wil zijn. In de vrouw die je wil worden, om te gaan doen waar je zo naar verlangt. Dat doet ze inmiddels succesvol via onder andere coaching, blogs en evenementen die ze organiseert. Ook is er een gratis e-book waarin je geholpen wordt als jezelf je eigen business goed neer te zetten. Een kernkwaliteit die ze daarbij heeft is dat ze vaak vanaf dag één de rode draad ziet bij klanten. De les uit de rode draad is tegelijk de missie van de vrouwen. De doelgroep vormt zich daaromheen.
De verbinding die ze met Zutphen voelt is sterk. Die zit hem in een soort energie die de mensen hier hebben, de gebouwen en de verhalen van de inwoners. Een droom die ze nog heeft is om een event voor de stad te organiseren, waarbij het er vooral over gaat om te laten zien dat er veel mogelijk is. Dat het niet gaat om geld maar om wie je als inwoner bent en dat het ertoe doet wat je uit draagt voor jezelf en voor de stad. Oh ja, en een eigen huis aan de IJssel, dat is ook een droom. Deze prachtige rivier waar ze menig uur langs zat te kijken en waarvan er een grappige parallel is met haar eigen leven. Het loop beslist niet in een rechte lijn, kronkelt wat maar stroomt altijd ! Met dank voor de mooie ontmoeting en het vertrouwen dat ik dit alles mocht opschrijven, voorzien van haar portret stel ik aan jullie voor: Wendy Marsman !
Rene Willemsen
Vandaag ben ik te gast bij een man wiens vak honderden jaren oud is en dit zo authentiek mogelijk uitvoert. Hoewel de bedrijven gerust hip kunnen worden genoemd is alles wat hier
gebeurt dus juist extreem old fashion, en dat maakt het zo leuk. Ik heb het over een echte barbershop. De zaak waarin ik hartelijk word ontvangen met een kop koffie is gezellig en warm doordat in de hoek een klein houtkacheltje brandt. Op een kast staat een pick-up nostalogische muziek te draaien en het ruikt er lekker. De zaak is perfect gestyld met een mengeling van curiosa, gebruiksartikelen uit het kappersvak, nostalgische lijstjes, opgezette dieren en oude
Maria-beelden. Zodra de laatste klant letterlijk geknipt en geschoren de winkel
verlaat heeft hij alle tijd voor me, de eigenaar die de naam van zijn zaak maar in beperkte mate eer aan doet.
Ooit had hijzelf een grote baard maar die is inmiddels flink korter. Hij vertelt me dat hij is geboren in Brummen. Zijn opa en vader hadden er een vrij grote dames- en herensalon en hij woonde erboven tot zijn achttiende om vervolgens zijn loopbaan te starten bij de mariniers. Hij had al wel in zijn vaders zaak gewerkt maar het vak van allround kapper was niet zijn ding. Door de komst
van kinderen is hij gestopt met werken als marinier, regelmatig uitgezonden worden naar oorlogsgebieden in het buitenland was niet ideaal te combineren met een jong gezin. Hij woonde een aantal jaren in Arnhem, een tijdlang in Zutphen en voor zijn toenmalige werk als marinier op Aruba. ‘Op enig moment ben ik begonnen als barber in mijn schuur, hier in Warnsveld en heb dat jarenlang gedaan’ vertelt hij me. Met één stoel op vrijdagavond en toen dat nachtwerk werd door drukte kwam de zaterdag erbij. De keus om uit te breiden leek onvermijdelijk en zo is hij zijn huidige zaak gaan bouwen media 2017 en in 2018 was alles af.
Inmiddels is hij vijf dagen per week geopend waarvan de doordeweekse dagen er maar liefst van ‘s ochtends tot s’avonds negen geknipt en geschoren kan worden. Daarbij heeft hij 2 jongens die in dienst. ‘Eerst heb ik ze zelf opgeleid en vervolgens zijn ze naar Rotterdam gegaan voor de opleiding van Schorem, een bedrijf dat toch wel toonaangevend is geweest voor de terugkeer van traditionele barbershops in Nederland.’ Op de schappen van de voorraadkast staan pommades op basis van olie, water, crème en klei voor haarverzorging. Maar uiteraard ook verschillende baardproducten als oliën om de haren soepel te houden, de huid te verzorgen, balm om grotere baarden in model te stylen en snorrenwax om een mooie krul aan je snor te kunnen draaien. Verder hoogwaardige shampo’s, scheerzepen en grooming-tonics om je haar bij het föhnen op oliebasis te verstevigen.
Hoewel bij de start veel mensen hem afraadden om op deze plek aan de Rijksstraatweg in Warnsveld te gaan zitten heeft zijn zaak inmiddels een grote klantengroep van ver buiten de plaats en moet je tijdig een afspraak maken om zeker te zijn van een knip- of scheerbeurt. ‘Mensen kennen mij van Google of Instagram, waarop ik heel actief ben, en mond op mond reclame is heel belangrijk’. ‘Ze komen hier voor de hele beleving en de tijd die er genomen wordt om heel goed geholpen te worden.’ En mijn lat ligt daarbij heel hoog.’ Soms worden er avonden gehouden waarbij waarbij er live muziek is, op vrijdag is er bier, whiskey met bitterballen en is het een gezellige boel. Als ik hem vraag naar wat hij voor de toekomst nog graag zou willen vertelt hij me hoe belangrijk hij het vindt dat zijn werk de aansluiting moet blijven houden met wat er in de maatschappij speelt. Dat vraagt een open houding en voortdurend in gesprek blijven met je klanten zodat je niet op een dag wordt overvallen met het besef dat je agenda leeg raakt doordat jouw werk niet langer aansluit. ‘Ik doe dit werk dat ik op mijn veertiende leerde vanuit een passie en het voelt niet als werk’. ‘Daarom hoop ik dit nog heel lang te kunnen blijven doen !’ De echte baarddragers onder ons hebben hem al lang herkend,
de man met wie ik in gesprek mocht is De baard van Warnsveld, René Willemsen !
Wimar Jaeger
Voor velen welbekend, op dit moment nog onze plaatsvervangend burgemeester. Een man die betrokken en dichtbij is op moeilijke en mooie momenten, zeer benaderbaar en met een groot hart voor onze stad.
“Vanuit zijn prachtige werkplek kijkt hij naar van de eeuwen van de Walburgis door naar de toekomstige kleuren van het Waterkwartier. Met een lichte nieuwsgierigheid in zijn ogen zou hij het liefst de zorgen van mensen uit zijn Zutphen op z’n schouders nemen. “
David Ligtlee
In de De mooiste gezichten van Zutphen zien we dit keer een niet alledaagse man die net als vele anderen in deze serie zijn hele leven al hier woont. En als je in het verleden wel eens uitging bij cafés als De Gevel, de Barak of de Black Out is het onmogelijk dat je hem niet kent. Of misschien zag je hem wel eens op zijn fiets met een koptelefoon op hard meezingen of air-drummen. Een man met een roerig leven die het gelukt is om uiteindelijk in rustiger vaarwater te komen. Over water gesproken, het liefst zit hij hele dagen te vissen langs de IJssel; David Ligtlee !
Moana Booij
Het laatste portret in deze serie van de expositie is van iemand die ik in de zomer van 2023 mocht fotograferen in de hal van Dat Bolwerk. Ze heeft naar mijn mening een prachtige natuurlijke schoonheid en mooie uitstraling. Helaas heb ik haar verhaal nog niet opgeschreven maar wellicht komt dat nog eens. Zelf omschrijft ze zich als volgt: 'Ik ben Moana, niet die ene van de film maar die ene van de Supernatuur'.
Deze expositie is mede mogelijk gemaakt dankzij de geweldige support van InZutphen, AH de Brink, Sani, De Lichtmeester, Talamini Zutphen, Miramé, Pomme Schoenen tassen, Contact Zutphen-Warnsveld, Sultani en Camelot